Het Jodendom kent nauwelijks kunstuitingen van dieren in tegenstelling tot het Boeddhisme, het Christendom en het Hindoeïsme. Eén van de nationale symbolen van het Joodse volk is de leeuw van Juda. Deze verwijst naar de koninklijke macht van de stad Juda zoals beschreven in de Bijbel. De leeuw is o.a. te zien op gebruiksvoorwerpen en rituele voorwerpen, en in het wapen van de stad Jeruzalem.


Hieronder vind je informatie hoe vanuit het Jodendom naar dieren wordt gekeken.


Volgens het Jodendom staat de mens boven het dier. In de Thora wordt de mensheid heerschappij gegeven over de dieren (Genesis 1:26-28), maar niet ongelimiteerd. De mens mag dieren gebruiken als er een echte legitieme behoefte is en moet voorkomen dat dieren lijden. Wie wreed is jegens dieren geldt niet als 'een rechtvaardige'. Daarom zegt Spr. 12:10 dat "de rechtvaardige weet, wat toekomt aan zijn vee". De op deze algemene regel gebaseerde voorschriften en verboden zijn te vinden in de Halacha. De Halacha is een verzameling wetten en gedragsregels voor alle terreinen van het leven, waarin de wetten en voorschriften van de Thora zijn verwerkt. Orthodoxe joden zijn aan de Halacha even streng gebonden als aan de Thora.

De betekenis van dieren in het Jodendom


Halachische voorschriften, die regelrecht uit de Thora, dus de eerste vijf bijbelboeken, komen, zijn:

  • Exodus 20: 8-10: de houder van vee wordt geboden om ook het vee geen werk te laten doen op de sabbat
  • Exodus 23: 4-5: een verdwaald dier moet je naar zijn eigenaar terugbrengen en je moet helpen een overbelaste ezel af te laden (zelfs als de eigenaar je vijand is)
  • Deuteronomium 25: 4: de boer mag zijn rund, dat voor hem het koren dorst, niet muilbanden: het dier moet onder het werken even vrij kunnen eten als een mens
  • Deuteronomium 22: 6-7: je mag geen nest uithalen in bijzijn van de moedervogel
  • Leviticus 22: 26-27: een kalf, lam of geitje mag niet vóór de 8e dag bij de moeder worden weggehaald en mag ook niet tegelijk met de moeder op één dag geslacht worden.


Andere regels zijn:

  • De (plezier-)jacht geldt als in strijd met de algemene regel ‘geen enkel levend schepsel pijn doen lijden’. Omgang met jagers is verboden op grond van Psalm 1:1.
  • Het is volgens halachische voorschriften sinds 1992 verboden om bont te fabriceren en te dragen.
  • De Talmoed (traktaat Avoda Zara 18b) verbiedt naast gladiatorengevechten ook stieren-, honden- en hanengevechten.
  • Het houden van huisdieren is toegestaan, maar de dieren moet wel eerst eten worden gegeven voordat de mensen aan tafel gaan.
  • Het is een overtreding van het verbod van wreedheden tegen dieren, wanneer je jouw huisdier lichamelijk veranderd zonder een gegronde reden. Voorbeelden hiervan zijn het ontklauwen van katten, het couperen van staarten en van oren. Het is ook niet toegestaan om mannelijke huisdieren te laten steriliseren, maar de castratie van vrouwelijke huisdieren is wel toegestaan. Het bezit van een huisdier dat eerder al is gecastreerd, is niet verboden.


Het doden van dieren voor menselijke consumptie is toegestaan. Het geldt als zodanig niet als overtreding van de 'algemene regel', mits het pijnloos gebeurt. Verondersteld wordt dat het doden via het toebrengen van een halssnede (kosjer slachten) het minst pijnloos is. De halsslagader, de luchtpijp en het centraal zenuwstelsel moeten met één snede van een gaaf en vlijmscherp mes door een daartoe opgeleide professionele slachter worden doorgesneden. Het dier wordt daarbij echter niet vooraf verdoofd. Als iets gebeurt dat pijn kan veroorzaken (zoals een nick in het slachten mes of een vertraging in het snijden), kan het vlees niet worden geconsumeerd. De Thora schrijft verder voor dat alleen levende en gezonde dieren mogen worden geslacht. Ze mogen op het moment van slacht geen leed ondervinden.


Net als bij de Islamitisch traditie om dieren onverdoofd ritueel te slachten, is er ook over de joodse traditie van onverdoofd ritueel slachten discussie over de vraag of het slachten zonder verdoving pijnlozer is.
Wageningen Universiteit (WUR) heeft onderzocht wat de welzijnsproblemen zijn bij het onverdoofd ritueel slachten van runderen, schapen en kippen volgens de Joodse en Islamitische riten.Dit heeft geresulteerd in het rapport Ritueel slachten en het welzijn van dieren (2008). Uit het onderzoek kwam als conclusie naar voren dat onbedwelmd ritueel slachten in vergelijking met slachten na bedwelming op diverse punten nadelig is voor het welzijn van het dier.


Er is weinig beeldmateriaal van religieuze slachtingen in Nederland. In opdracht van de Nicolaas G. Pierson Foundation, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Dieren, is de reguliere gang van zaken bij onverdoofde rituele slachtingen in Nederlandse slachthuizen zichtbaar gemaakt met een verborgen camera. De beelden worden becommentarieerd door toonaangevende internationale wetenschappers op het gebied van slachtmethoden en ritueel slachten. Klik hier voor de documentaire.


Bronnen / Meer weten?


Boeken

  • Baldick, J., Animal and Shaman: ancient religions of central Asia, 2012
  • Linzey, A., Animal Theology, 1995
  • Petropoulou, M.Z., Animal Sacrifice in Ancient Greek Religion, Judaism, and Christianity, 100 Bc to Ad 200, 2012
  • Schouten, M., De spiegel van de natuur: het natuurbeeld in cultuurhistorisch perspectief, 2005
  • Waldau, P., A Communion of Subjects: Animals in Religion, Science, and Ethics, 2009


Musea


Rapporten

  • Stichting Recht en dier, Vlees eten in de Islamitische traditie, 2010


Websites


Lezingen/filmpjes

  • Filmpje 'Kindness to Animals in Religions'