De betekenis van dieren in de Islam

De Islam kent, net als het Jodendom, kunstuitingen van dieren in tegenstelling tot het Boeddhisme, het Christendom en het Hindoeïsme. Hieronder vind je informatie hoe vanuit de Islam naar dieren wordt gekeken.

Dieren worden binnen de Islam gezien als gelovigen, als moslims. Ze zijn geschapen door God en hebben eigen belangen en een waarde die los staat van hun eventuele waarde voor de mens. De aarde is niet slechts geschapen voor de mens, maar voor alle levende wezens (Koran 5:10). Dieren hebben recht op hun deel van natuurlijke hulpbronnen als voedsel en water (Koran 80:24-32, 25: 48-49, 32: 27, 79:31-33). Dieren wordt een ziel toegedacht, al is deze ziel niet zonder meer vergelijkbaar met de menselijk ziel. Zo hebben volgens de meeste moslims dieren geen eeuwige ziel en vergaan ze na de dood tot stof, daar waar de ziel van de mens ook na de dood blijft voortleven, hetzij in de hemel, hetzij in de hel.


Mensen onderscheiden zich van het dier doordat ze bewust kunnen handelen. Soms wordt ook als onderscheidende factor genoemd het feit dat de mensen taal kennen. De mens staat in die zin boven het dier. Het rentmeesterschap van de mens voor de schepping en voor de dieren is een terugkerend thema in de Koran.

Volgens de geschriften van de Islam is het verboden:

  • dieren schade toe te brengen
  • dieren pijn te berokkenen
  • dieren overmatig te belasten
  • op dieren te jagen voor de sport
  • dieren met elkaar te laten vechten
  • dieren tijdens de paartijd niet de mogelijkheid te geven om te paren
  • moederdier en jong te scheiden
  • dieren op te sluiten zonder voedsel
  • op dieren te experimenteren en
  • hen emotionele schade toe te brengen


Voor een goede behandeling van vee worden ook meer concrete voorschriften gegeven. De dieren moeten beschikken over een rustplaats en over een drinkplaats. De islam keurt het doden van dieren omwille van hun vlees niet af. Vlees speelt in veel moslimsamenlevingen een belangrijke rol. Alleen als men honger heeft, is het gerechtvaardigd een dier te slachten en dan mag de huid wel worden gebruikt. In de koran wordt vlees als één van de hemelse plezieren gepresenteerd. Omdat vlees duur is en gezien wordt als een hemels plezier, wordt het vaak weggegeven in het kader van liefdadigheid, bijvoorbeeld tijdens het Offerfeest.


In de islamitische traditie is het de gewoonte om dieren op rituele wijze te slachten. Daarbij wordt bij het dier zonder verdoving de hals doorgesneden. Deze methode wordt in deze traditie als een vrij pijnloze manier van doden gezien. Dit is in overeenstemming met een uitspraak van de profeet Mohammed: “Als u genoodzaakt bent te doden doe het dan zonder pijniging”.


Over de vraag of het slachten zonder verdoving pijnlozer is, zijn de meningen zowel binnen als buiten de islamitische wereld verdeeld. Volgens wetenschappers van de Wageningen Universiteit en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) is het doden met verdoving diervriendelijker. Ook het psychische welzijn van dieren tijdens de slacht moet worden gewaarborgd. Zo mag men een dier niet laten wachten voordat het gedood wordt, mag het niet vastgebonden worden, mag het de voorbereidingen die voor de slacht getroffen worden niet zien en mag het dier niet in het bijzijn van andere dieren worden gedood. Dit om de gevoelens van de andere dieren niet te kwetsen. Tenslotte moet worden gewacht tot het dier volledig dood is voordat men in het vlees mag snijden. Bij een rituele slacht vindt vaak geen verdoving plaats. De reden hiervoor is dat een verdoving in sommige gevallen onomkeerbaar is, waardoor het dier niet door de slacht maar door de verdoving komt te overlijden. Het eten van dieren die al dood zijn voor de slacht wordt gezien als onrein (haram).


In sommige islamitische slachterijen worden dieren echter wel bedwelmd voor ze worden geslacht. Het dier is dan verdoofd maar nog wel in staat om, mocht het niet geslacht worden, na de verdoving weer bij te komen. Het op de juiste manier verdoven zou het ritueel slachten dus niet in gevaar brengen. Meer informatie over ritueel slachten is te lezen op de pagina over Dierenwelzijn in de veehouderij.


Het islamitische geloof geeft moslims de strikte opdracht om alleen voedsel te eten dat halal (rein) is. Dat geldt in het bijzonder voor vlees. Er bestaat geen definitie voor halal, vandaar dat verschillende stromingen en gemeenschappen uiteenlopende ideeën kunnen hebben over wat halal (rein) en haram (onrein) is. De lijst van onreine producten die de koran noemt in sūra 5, vers 3 beperkt zich niet tot varkensvlees of niet ritueel geslachte dieren, maar omvat ook vlees van roofdieren (carnivoren), bloed en kadavers. Dit vlees is niet halal, maar haram en dus verboden voor moslims. Voor halal wordt in de praktijk alleen de eis van rituele slacht toegepast.


Bronnen / Meer weten?


Boeken

  • Baldick, J., Animal and Shaman: ancient religions of central Asia, 2012
  • Iḵwān al-Ṣafāʾ, De zuivere broeders van Basra, De zaak van de dieren tegen de mensen, 2010
  • Linzey, A., Animal Theology, 1995
  • Masri, A.B.A., Animal welfare in islam, 2007
  • Schouten, M., De spiegel van de natuur: het natuurbeeld in cultuurhistorisch perspectief, 2005
  • Tlili, S., Animals in the Qur'an, 2012 (lezing op YouTube)
  • Waldau, P., A Communion of Subjects: Animals in Religion, Science, and Ethics, 2009


Musea


Rapporten

  • Stichting Recht en dier, Vlees eten in de Islamitische traditie, 2010


Websites


Lezingen/filmpjes

  • Filmpje 'Kindness to Animals in Religions'