In Nederland zijn dieren pas vanaf het eind van de negentiende eeuw een belangrijke plaats gaan innemen in de beeldhouwkunst. Het ging dan voornamelijk om beeldhouwkunst op gebouwen en kleinplastiek in diverse materialen. Dit was te danken aan het meer op de praktijk gerichte kunstonderwijs in Amsterdam en de nauwe banden die deze instellingen met dierentuin Artis hadden. Deze dierentuin werd in 1838 opgericht en is de oudste dierentuin van Nederland. Veel kunstenaars kwamen voor inspiratie destijds naar de dierentuin.
In Nederland zijn in tegenstelling tot de ons omringende landen weinig grote losstaande beelden van dieren gemaakt. Er was geen traditie van het tekenen en boetseren naar levende dieren. Deze traditie begon in Frankrijk in de negentiende eeuw met kunstenaars als Louis Barye (1795-1875). Het aantal dieren in de beeldhouwkunst in Nederland is hierdoor kleiner dan het aantal dieren dat zichtbaar is in de schilderkunst.
Ruiterbeelden, waarbij een persoon wordt afgebeeld op een paard, zijn er al wel langer. Ze ontstonden in de klassieke oudheid en werden vooral ook gemaakt in de periode van de renaissance(1400-1600). Een ruiterbeeld is een variatie op het standbeeld. De persoon die wordt geëerd of herinnerd, veelal na zijn of haar dood, is als ruiter zittend op een paard uitgebeeld. De beelden stralen doorgaans macht, aanzien en heroïek uit. Het paard wordt meestal weergegeven in stap of draf.
De toegepaste beeldhouwkunst, ofwel kunstwerken op gebouwen en bruggen, begon in Nederland pas in de 2e helft van de 19e eeuw. Het hoogtepunt van deze beeldhouwkunst ligt rond 1920-1930. Ook kunstopleidingen besteedden meer aandacht aan de beeldhouwkunst. Na de Tweede Wereldoorlog wordt beeldenkunst in het algemeen populairder. Zo willen veel scholen een beeld voor, op of aan het schoolplein. Tot in de jaren '60 sudderde de toegepaste beeldhouwkunst door. De beeldhouwkunst is in Nederland echter lang niet zo groot geworden als in Frankrijk en Italië.
Er zijn verschillende redenen waarom er minder interesse was voor beeldhouwkunst met dieren in Nederland:
Animaliers
Kunstenaars die zich specialiseren in de weergave van dieren worden ook animaliers genoemd. Deze term heeft betrekking op zowel beeldhouwers als schilders. De term animalier ontstond aan het begin van de negentiende eeuw in Parijs toen schilders en beeldhouwers zich gingen specialiseren in de weergave van dieren. Kranten gebruikten de term voor het eerst in 1831, nadat drie beeldhouwers - Antoine-Louis Barye (1796-1875), Christophe Fratin (1801-1864) en Alexandre Guionnet - diersculpturen hadden tentoongesteld op de kunsttentoonstelling van de Salon de Paris. De jury van de Salon vond destijds de weergave van dieren als onderwerp niet passend voor een tentoonstelling op de Salon. Daarom werden voor 1850 veel dierbeeldhouwwerken afgewezen. Door de groeiende interesse voor de anatomie en de aanwezigheid van van exotische dieren in de Jardin des Plantes te Parijs veranderde de houding jegens animaliers echter in een specialisme waar veel beeldhouwers trots op waren. Ze kregen uiteindelijk zelfs aparte zalen in de Salons.
Hieronder vind je enkele beeldhouwwerken van beeldhouwers die zijn geboren eind 19e eeuw en waarvan werk in de openbare ruimte in Nederland is te zien.
Joseph Mendes da Costa (1863 - 1939) | Lambertus Zijl (1866 - 1947) | Johan Coenraad Altorf (1876 - 1955) |
Tjipke Visser (1876 - 1955) | Joop van Lunteren (1882 - 1958) | Hildo Krop (1884 - 1970); |
Fransje Carbasius 1885 - 1984 | Albert Termote 1887 - 1978 | Jaap Kaas (1898 - 1972) |
Een lijst van Nederlandse beeldhouwers waarover een Nederlandse Wikipedia-pagina bestaat vind je hier. Beeldhouwkunst in Nederland voor de 19e eeuw |
Praalgraf van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk in Delft |
Bestuursgebouwen met dierenbeeldhouwkunst
In Nederland zijn nog diverse bestuursgebouwen te zien waarop dierenbeelden of -ornamenten zijn aangebracht. Het gaat vaak om leeuwen die wapenschilden flankeren of om gebeeldhouwde personen, al dan niet met dieren, die de kenmerken of deugden van de functie van een gebouw waar een bestuursorgaan zetelt symboliseren. Op gebouwen waarop alleen dierenkoppen zoals een koe, schaap of varken zijn aangebracht, gaat het vaak om een vleeshal/slachterij zoals in Haarlem, Delft en Utrecht die alle drie dateren uit de 17e eeuw.
Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam
Vooral het Koninklijk Paleis op de Dam heeft veel beeldhouwkunst. Dit gebouw werd tussen 1648 en 1665 gebouwd als stadhuis voor Amsterdam naar een ontwerp van Jacob van Campen (1596-1657) en wordt gezien als het belangrijkste historische en culturele monument van de Gouden Eeuw. Het beeldhouwwerk is uitgevoerd door Artus Quellinus de Oude (1609-1668). Bovenop het gebouw zijn zes bronzen figuren afgebeeld: Vrede, Atlas en de vier deugden Voorzichtigheid, Gerechtigheid, Gematigdheid en Waakzaamheid). Op de vier buitenhoekenhoeken van het Paleis zijn vier adelaars en een kroon te zien. Op het timpaan aan de voorkant is de Stedenmaagd van Amsterdam te zien met twee leeuwen en diverse waterdieren (dolfijnen, krokodillen, vissen, otters, zwanen en zeepaarden) die verwijzen naar de wereldzeeën in verband met de overzeese handel. Het timpaan aan de achterzijde toont een personificatie van de koophandel met de werelddelen Amerika (indiaan slaaf), Azië krokodil, kameel), Europa (os, paard) en Afrika (papegaai, twee slangen, leeuw, olifant, kameleon). In het Paleis is veel beeldhouwwerk in marmer te zien waarop ook diverse dieren zijn afgebeeld.
Personificatie van het element lucht met pauw en kameleon | De Stedenmaagd van Amsterdam met twee leeuwen | Arion met zijn harp op een dolfijn |
Jacob van Campen ontwierp ook het Mauritshuis (1644) in Den Haag dat is gebouwd als stadspaleis in opdracht van graaf Johan Maurits van Nassau Siegen. Aan de achtergevel van het Mauritshuis is een fronton te zien met oorlogstaferelen met strijdende mensen en paarden. Het tafereel verwijst naar de militaire wapenfeiten van graaf Johan Maurits. Op de poorten die naar het Binnenhof in Den Haag leiden, zijn gebeeldhouwde leeuwen te zien die dateren uit 1634. Leeuwen zijn ook zichtbaar op het Plein op het voormalige logement van Rotterdam en het logement van Amsterdam die daar de wapenschilden van de stad flankeren. Ze dateren uit de 18e eeuw. Verder zijn er paarden te zien in het fronton van Paleis Noordeinde (17e eeuw) en op het Stadhuis van Den Haag (16e eeuw) beelden die Liefde (met hond), Geloof, Hoop (met duif), Gerechtigheid en Kracht (met slang) personificeren. Andere bestuursgebouwen in Nederland waarop dieren zijn te zien zijn o.a. het stadhuis in Gouda (15e eeuw), de voormalige kanselarij (16e eeuw), het provinciehuis (16e eeuw),het Princessehof (17e eeuw) en het stadhuis (18e eeuw) in Leeuwarden, het Schielandhuis (16e eeuw) in Rotterdam en het Gemeenlandshuis (16e eeuw) en stadhuis (17e eeuw) in Delft.
Stadhuis Leeuwarden (1715) | Stadhuis Utrecht (1957) | Schielandhuis Rotterdam (1662-1665) |
Paleis Noordeinde (timpaan, 16e eeuw) | Voormalige vleeshal Delft (1650) | Mauritshuis (stadspaleis,1644) |
Boeken
Websites