Dierenkunst als kritiek


Kunst wordt ook ingezet om kritiek te uiten op de werkelijkheid. De kunstenaar uit met zijn kunstwerk zijn ontevredenheid of negatieve oordeel over een bepaalde situatie. Dat gebeurt ook in het geval van onze omgang met dieren dieren. Kunstenaars nodigen ons uit om zelf na te denken over onze omgang met dieren.


De eerste kritische dierenkunst
Mogelijk is onderstaande tekening van de Schots-Amerikaanse tekenaar Gordon Ross (1873-1946) één van de eerste uitingen van kunst als kritiek op onze omgang met dieren.

The woman behind the gun (1911)
in Puck Magazine

Gordon Ross tekende voor Puck Magazine, een humoristisch tijdschrift dat in 1871 in Amerika werd opgericht. Het tijdschrift nam politieke toestanden en sociale issues op de hak. In 1911 verscheen in Puck Magazine bovenstaande tekening 'The woman behind the gun'. Op de tekening zie je een vrouw, mogelijk Coco Chanel (1883 - 1971), die met een geweer schiet op vogels. De veren van de geschoten vogels zijn bedoeld voor de versiering van hoeden. De twee honden met mannengezichten zijn namelijk twee Franse hoedenmakers (Frenche Milliner). Het thema dieren en mode hield meer mensen bezig. In Nederland werd in 1892 de Bond ter bestrijding eener Gruwelmode opgericht. Deze bond wordt gezien als één van de voorlopers van de Vogelbescherming die in 1899 werd opgericht.


Campagneposters van dierenorganisaties kunnen ook als kunst worden gedefinieerd. Die waren er mogelijk al voor het verschijnen van de tekening van Ross in 1911. In de 19e eeuw werden in diverse landen dierenbeschermingsorganisaties opgericht. In Engeland ontstond in 1824 de eerste dierenbeschermingsorganisatie ter wereld: de Royal Society for the Prevention of Cruelty to Animals (RSPCA). In België werd in 1863 de Koninklijke Maatschappij voor Dierenbescherming opgericht en in 1864 in Nederland de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren. Mogelijk hebben zij ook tekeningen gebruikt in hun communicatie die we als kunst kunnen beschouwen.
De focus van deze organisaties lag in eerste instantie op het leed van honden die door mensen werden gebruikt (trekhonden, waakhonden) en het leed van paarden (werk- en oorlogspaarden). De organisaties drongen er bij mensen op aan om beter voor deze dieren te zorgen.