Animaliers in de schilderkunst


Het boek 'Dictionaire van dierenschilders' beschrijft meer dan 100 Belgische en Hollandse kunstenaars geboren tussen 1750 en 1880 die in het schilderen van dieren gespecialiseerd waren. Dierenschilders worden ook animalier genoemd: een kunstenaar die zich specialiseert in de weergave van dieren. De term heeft betrekking op zowel beeldhouwers als schilders.


De term animalier ontstond aan het begin van de negentiende eeuw in Parijs toen schilders en beeldhouwers zich gingen specialiseren in de weergave van dieren. Kranten gebruikten de term voor het eerst in 1831, nadat drie beeldhouwers - Antoine-Louis Barye (1796-1875), Christophe Fratin (1801-1864) en Alexandre Guionnet - diersculpturen hadden tentoongesteld op de kunsttentoonstelling van de Salon de Paris. De jury van de Salon vond destijds de weergave van dieren als onderwerp niet passend voor een tentoonstelling op de Salon. Daarom werden voor 1850 veel dierbeeldhouwwerken afgewezen.


Door de groeiende interesse voor de anatomie en de aanwezigheid van van exotische dieren in de Jardin des Plantes te Parijs veranderde de houding jegens animaliers echter in een specialisme waar veel beeldhouwers trots op waren. Ze kregen uiteindelijk zelfs aparte zalen in de Salons.


Hieronder vind je schilderijen van een aantal bekende Europese dierenschilders vanaf de 16e eeuw.

Boek met dierenschilders

Schilders uit de 16e eeuw

***

Schilders uit de 17e eeuw

***

Schilders uit de 18e eeuw

***

Schilders uit de 19e eeuw

Vrouwelijke animaliers

Vrouwelijke animaliers waren er niet veel, maar de Nederlandse Henriëtte Ronner Knip (1821-1909) en de Franse Rosa Bonheur (1822 -1899) kregen veel naamsbekendheid met hun schilderkunst en Rosa Bonheur ook met haar beeldhouwkunst. De Nederlandse Gra Rueb (1885-1972) was ook beeldhouwster. Bij haar lag echter niet de nadruk op het weergeven van dieren.